Neem de tijd voor goede re-integratie
De meeste werknemers die zich ziekmelden, zullen binnen twee weken hun werkzaamheden weer hervatten. Maar het kan voorkomen dat een werknemer langer uit de roulatie is. Werkgever en werknemer moeten in dat geval beiden werken aan een effectieve re-integratie.
Het is niet prettig als een werknemer langdurig ziek is. Niet voor de werknemer, maar ook niet voor de werkgever, die daardoor een arbeidskracht mist. Het is daarom goed als er alles aan gedaan wordt om deze getroffen werknemer weer zo snel mogelijk aan het werk te krijgen. Dat heet re-integratie.
Terugkeer naar werk kan op twee manieren plaatsvinden:
• Re-integratie eerste spoor – De werknemer gaat weer werken bij zijn huidige werkgever. Eventueel in een nieuwe of aangepaste functie.
• Re-integratie tweede spoor – De werknemer kan niet meer terecht bij zijn huidige werkgever en krijgt ander ‘passend werk’ bij een andere werkgever.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Zowel de werkgever als de zieke werknemer zijn verantwoordelijk voor de re-integratie. Dat betekent dat zij er beiden alles aan moeten doen om de getroffen werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Hierbij moeten ze ondersteund worden door een gecertificeerd verzuimbedrijf. Dat kan een arbodienst zijn, maar mag ook een ander gespecialiseerd bedrijf zijn. Als er maar wel een bedrijfsarts bij aangesloten is.
Re-integratietraject
Om te zorgen voor een snelle en effectieve re-integratie is de regeling Procesgang eerste en tweede ziektejaar ingesteld. Deze schrijft voor wat werkgever en werknemer moeten doen vanaf de eerste week van de ziekmelding. De belangrijkste stappen in dit re-integratieproces zijn:
• Week 6 – Binnen zes weken moet de bedrijfsarts een probleemanalyse maken. Hierin staat waarom de werknemer niet meer kan werken, wat zijn mogelijkheden tot herstel zijn en wanneer hij het werk weer denkt te kunnen hervatten.
• Week 8 – Binnen acht weken stelt de werkgever samen met de werknemer een plan van aanpak op. In dit plan wordt beschreven wat beide partijen gaan doen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. Het plan van aanpak is gebaseerd op de probleemanalyse.
• Week 42 – De werkgever meldt de zieke werknemer bij het UWV.
• Week 44 – De werkgever ontvangt van het UWV een bevestiging en krijgt informatie over de activiteiten die ondernomen moeten worden in het tweede ziektejaar.
• Week 91 – Hebben alle inspanningen niet geleid tot terugkeer naar het werk, dan moet de werknemer een WIA-aanvraag indienen bij het UWV. Het UWV beoordeelt de re-integratie-inspanningen eerst voor een eventuele WIA-uitkering toegekend wordt.
Evaluatie
De wet verplicht werkgevers en werknemers om elke zes weken een voortgangsgesprek te houden over de ontwikkelingen in het re-integratieproces. Als dit proces voortduurt, wordt het re-integratieverloop na het eerste jaar bekeken en wordt bepaald wat de stappen voor het komende jaar zullen zijn. De werkgever moet alle re-integratie inspanningen bijhouden in een re-integratiedossier. Dit vormt de basis van het re-integratieverslag dat aan het einde van het re-integratietraject moet worden opgemaakt en dat dient om te beoordelen of werkgever en werknemer wel voldoende hebben gedaan.
Loondoorbetaling
Werknemers die ziek zijn, krijgen hun loon doorbetaald. Werkgevers zijn verplicht om maximaal twee jaar het loon door te betalen. Hiervoor
gelden de volgende richtlijnen:
• Het eerste jaar – Werkgevers betalen minimaal 70% van het loon door. Het loon mag niet onder het minimumloon uitkomen.
• Het tweede jaar – Werkgevers betalen maximaal 70% van het loon door. Het loon mag wel onder het minimumloon uitkomen.
Na twee jaar stopt in principe de verplichting tot loondoorbetaling, mits de zieke werknemer dan een WIA-uitkering krijgt. Als een werkgever te weinig heeft gedaan aan de re-integratie kan hij verplicht worden tot doorbetaling van maximaal nog één jaar. Als een werknemer onder de Ziektewet valt, zal het UWV 70% van het loon vergoeden aan de werkgever. De werkgever blijft verantwoordelijk voor de aanvulling tot 100% als de betreffende cao dit bepaalt.
Tips voor een snellere re-integratie
Werkgevers kunnen de re-integratie versnellen met de volgende aandachtspunten:
• Start de re-integratie zodra bekend is over welke functionele mogelijkheden de zieke nog beschikt.
• Ga uit van wat uw werknemer nog wel kan, in plaats van wat hij niet kan.
• Vraag hulp aan uw arbodienst of een re-integratiebedrijf.
• Laat het UWV of uw arbodienst naar het plan van aanpak kijken.
• Ga na welke subsidies en voorzieningen het UWV biedt bij een structurele beperking wegens ziekte/gebrek.
• Werk samen met andere mkb-bedrijven voor de re-integratie van een zieke werknemer bij een andere werkgever.
Werken na kanker
Het taboe rondom kanker en werk, de onvoorspelbaarheid over het verloop van de re-integratie, de langetermijneffecten, de vooroordelen en de onbekendheid zijn knelpunten bij de re-integratie van (ex-)kankerpatiënten. Dit blijkt uit onderzoek van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Volgens het ministerie biedt het onderzoek waardevolle informatie over het hervatten van werk na de diagnose kanker.
Uit het onderzoek blijkt dat werkgevers en werknemers allebei graag willen dat de re-integratie slaagt. Hierbij is er vooral behoefte aan open communicatie, een realistisch plan van aanpak (op maat) en deskundige ondersteuning bij de re-integratie. Op de werkvloer is de wet- en regelgeving niet altijd bekend. Volgens de huidige regels moeten werkgevers en werknemers samen een plan opstellen, wanneer er sprake is van langdurig ziekteverzuim. De bedrijfsarts adviseert en ondersteunt hierbij op verzoek van de werkgever en werknemer.
Aandachtspunten bij re-integratie na diagnose kanker
In het rapport is een aantal aandachtspunten van werknemers en werkgevers geformuleerd:
• Zowel werkgever als werknemer zijn verantwoordelijk voor de betrokkenheid bij de werkhervatting.
• Communicatie is belangrijk, net als wederzijdse openheid en vertrouwen. Daarbij moet natuurlijk rekening worden gehouden met de privacywetgeving.
• Meer deskundigheid bij de organisatie en werknemer over kanker en werk en de langetermijngevolgen.
• Beeldvorming op het werk die aansluit bij ontwikkelingen in de samenleving rond kanker en werk. Zorg voor voldoende begrip en steun op de werkvloer.
• Samenwerking tussen werknemer, bedrijfsarts, HR-adviseur en leidinggevende en deskundige ondersteuning en begeleiding voor de werknemer en werkgever.
• Een flexibel plan van aanpak op maat, waarin rekening wordt gehouden met het grillige verloop van de re-integratie.
Advies SER: vergroot de kennis
Volgens de SER (Sociaaleconomische Raad) is het vooral belangrijk om de kennis van bestaande regels te vergroten en de dialoog op de werkvloer in te voeren. De kernboodschap van de SER luidt: “vergroot de kennis, verbeter de dialoog op de werkvloer, breng preventie in praktijk en bied ondersteuning vanuit de zorg”. De aanbevelingen van de SER zijn gericht op de werknemer, de werkgever en de bedrijfsarts. Ook ziet de SER een rol weggelegd voor sociale partners, arbeid gerelateerde en reguliere zorg, kenniscentra, patiëntenverenigingen, uitvoeringsorganisaties en het kabinet. (bron: ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid)